De Lochemse voetbalclub KDC heeft in 1945 twee leden verloren bij een zware explosie. Deze namen waren nog onbekend en zijn daarom toegevoegd op het Voetbalmonument. Op 2 mei hou ik hierover een lezing in Lochem.

Op verzoek van de bibliotheek in Lochem heb ik de afgelopen maand onderzoek gedaan naar het voetbal in deze regio tijdens de Tweede Wereldoorlog. Met gebruik van onbekend archiefmateriaal van Sportclub Lochem, de KNVB en de Geldersche Voetbalbond is herleid dat daar twee voetballers zijn omgekomen.

Een noodlottig ongeval

In de provincie Gelderland waren tot nu toe 271 voetballers geteld, die zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog. Het betreft hier gesneuvelde voetballers, burgerslachtoffers, dwangarbeiders, Joodse voetballers en verzetsmensen. ’De verschrikkingen willen we hier onbeschreven laten,’ zoals A. Joh. Jansen schreef in het jaarverslag van de Geldersche Voetbalbond van 1945-1946.

Er waren nog geen namen bekend vanuit Lochem, in tegenstelling tot clubs uit de nabije omgeving. In Borculo werd één lid van de KNVB gedood, in Ruurlo en Vorden ieder twee en in Zutphen maar liefst twintig.

Een rouwadvertentie in de Officieele mededeelingen van de Gelderse afdeling van de Voetbalbond van 6 september 1945, ondergebracht bij het Nationaal Archief, was een aanwijzing dat het Lochemse voetbal toch niet ongeschonden was gebleven. ‘De vereeniging K.D.C. te Lochem geeft met leedwezen kennis van het overlijden van haar leden W. Morsing en C. Fokking welke op 21 Aug. door een noodlottig ongeval om het leven zijn gekomen.’

Het begrip ‘noodlottig ongeval’ werd zowel in de oorlogsjaren zelf als kort daarna vaak gebruikt als eufemisme voor een dood door oorlogsgeweld. Er was dus alle reden om deze zaak verder te onderzoeken.

Kanaalbrug

Al snel bleek dat de namen verkeerd waren geschreven. Volgens de ledenlijst van KDC, in het bezit van clubarchivaris Dick Lammertink van Sportclub Lochem, betrof het Cas Fokkink, wonend in de Albert Hahnweg, en Wim Morssink van het Zuiderenkpad. ‘Ze waren toen niet ingeschreven bij KDC maar bij de Koolhazen,’ merkt Lammertink op. ‘Maar dat kan te maken hebben met het feit dat de Koolhazen in 1944 ging fuseren met v.v. Klein Dochteren. Dat resulteerde in de naam KDC, Koolhazen Dochteren Combinatie.’

Op 21 augustus 1945 werden Fokkink en Morssink gedood door een vroegtijdige explosie bij de Exelse kanaalburg. Er viel nog een derde slachtoffer: J. Oplaat. Ze verrichtten deze werkzaamheden om de resten van deze brug te verwijderen, die ruim vier maanden eerder door de Duitsers was opgeblazen om de opmars van de oprukkende geallieerden troepen te blokkeren.

Zoals Het Parool schreef: ‘Te Lochem heeft Dinsdagmiddag j.l. een ongeluk met doodelijke afloop plaats gehad. Bij de werkzaamheden aan de Exelsche kanaalbrug wordt voor het verwijderen van de brugstukken, gebruik gemaakt van mijnen. Een dezer mijnen is ontijdig tot explosie gekomen, waardoor drie personen werden gedood.’

Dit drietal was daarmee geen slachtoffer van de oorlogshandelingen zelf, maar kunnen wel degelijk worden gerekend als oorlogsslachtoffers. De kanaalbrug werd tenslotte gesloopt als gevolg van een oorlogshandeling.

De namen van Fokkink en Morssink zijn daarom toegevoegd aan het Voetbalmonument, de website met informatie over bijna 3000 omgekomen voetballers in de Tweede Wereldoorlog. Ze worden later ook gekoppeld aan Oorlogsbronnen.

Kaarten voor de lezing op 2 mei over het voetbal in Lochem tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn hier te koop.

Het voetbalveld van KDC uit Lochem in 1949, geschilderd door Hennie van Oortmarssen. Afbeelding via Dick Lammertink