Een stel idioten heeft een antisemitische graffiti van Steven Berghuis gemaakt, vanwege zijn overstap naar Ajax. Deze makers tonen daarmee aan dat ze niets van hun eigen club weten, want Feyenoord heeft meer Joodse leden verloren tijdens de Tweede Wereldoorlog dan Ajax. Ze hebben daarmee hun eigen clubgenoten  voor de tweede keer vermoord.

In totaal weten we van 27 Joodse Feyenoorders, die zijn vermoord, zowel clublid als donateur. Deze namen zijn het resultaat van eerder onderzoek van Mark Lievisse Adriaanse, Jan Oudenaarden, de Feyenoord Supportersvereniging, Joods Erfgoed Rotterdam en het Joods Monument. Hiermee kon ik weer verder zoeken naar meer details in het gedigitaliseerde archief van De Feijenoorder bij Delpher.nl. De namen zijn geordend op datum van moord. Al deze namen staan ook bij Oorlogslevens: hier.

Jonas Frank

Jonas Frank, in 1887 Groningen in geboren, werd in oktober 1938 donateur. Hij woonde op Strooveer 14. Samen met zijn echtgenote Esther Frank – Polak werd hij op 3 september 1942 vergast in Auschwitz. Twee kinderen, van wie de namen niet kennen, overleefden de oorlog. Zowel de broers en zussen van Polak als van Frank – Polak werden allemaal vermoord.

Aron, Emanuel en Barend Naarden

Barend Naarden was donateur; zijn zonen Emmanuel en Aron speelden in verschillende elftallen. Als eigenaar van een heren- en kinderkleding was hij vanaf 1932 vaste adverteerder in het clubblad met vijf procent korting voor Feyenoord-leden. Zowel het bedrijf als het woonhuis was op de Pretorialaan 68.

De familie verhuisde in 1938 naar de Groene Hilledijk. Vlak vóór de Duitse inval zegde Aron zijn clublidmaatschap op; Emanuel werd in 1941 uitgeschreven na de anti-Joodse maatregelen. Kort daarna werd de familie verraden door ‘Tante Bertha’, een vrouw die een overtocht beloofde naar Engeland maar haar slachtoffers overdroeg aan de Duitsers.

Het hele gezin werd vermoord in Auschwitz: Aron en zijn moeder Catho Louise Blom op 14 september 1942, Emanuel op 31 maart 1943 en Barend op 31 augustus 1944.

De klerenwinkel werd na de oorlog overgenomen door Chris Sinke, voormalig speler in het eerste van Feyenoord. De namen van Emmanuel en Aron staan op het oorlogsmonument van de KNVB.

Salomon Goudsmit

Salomon Goudsmit werd donateur in mei 1936. Hij adverteerde toen al vier jaar in het clubblad als winkelier in bontwerk. Op 23 september 1942 werd hij vermoord in Auschwitz, gedeporteerd vanuit zijn toenmalige woning aan de Van Ostadelaan 6 in De Bilt. Ook zijn dochter, vader en drie zussen werden vermoord.

Sallie van Naarden

Salomon (Sallie) van Naarden werd in oktober 1934 clublid, zestien jaar oud. Hij speelde in het twaalfde elftal; een jaar later stapte hij over naar het elfde. In november 1936 schreef hij zich alweer uit bij de club. Tijdens de oorlogsjaren woonde hij met zijn gezin op de Paul Krügerstraat 155A. Op 30 september 1942 werd hij vermoord in Auschwitz. Slechts één kind van dit gezin overleefde.

Jacob Polak

Jacob Polak werd in april 1931 clublid. Vier maanden later bedankte Polak alsnog zelf voor zijn lidmaatschap. In april 1937 werd hij clubdonateur, wonend op de Kruiskade 44. In de oorlog woonde hij met zijn gezin op de Putselaan 126A bij het Afrikaanderplein. Op 30 september 1942 werd Polak vermoord in Auschwitz, samen met zijn echtgenote Rebecca Polak – Zwart. Enkele maanden eerder had hij zijn vijftigste verjaardag gevierd. Een dag later werd dochter Mietje Boesman – Polak vergast. Hiervoor was ze zwanger vanuit het ziekenhuis afgevoerd naar het concentratiekamp, waar ook haar man Abraham Moesman om het leven werd gebracht.

Louis van Praag

In december 1934 werd Louis van Praag clublid, geboren op 22 oktober 1921 en wonend op de Zuidpolderstraat 46. In februari 1941 woonde hij in Amsterdam, de stad waar hij was geboren. Zijn beroep was stoffeerder. Op 30 september 1942 werd hij vermoord in Auschwitz, op dezelfde dag als zijn vrouw en zijn zus. Ook zijn ouders, een broer en nog een zus werden daar vergast.

Samuel Trijtel

Samuel Trijtel was hulp in de fruithandel, geboren op 5 juni 1923. In maart 1938 werd hij lid, wonend op de 2e Weenastraat 19A. Tijdens de oorlog woonde hij met zijn gezin op de Almondestraat 17b. Op 30 september 1942 werd hij vermoord in Auschwitz, samen met zijn hele gezin: vader, moeder en vijf kinderen.

Jacques van Gelderen

Jacques van Gelderen was handelsreiziger in papierwaren. Begin 1938 werd hij donateur, wonend op de Adrien Milderstraat 20 in Rotterdam. Zijn hele gezin met vrouw en zoon werd afgevoerd vanaf hun toenmalige woonadres aan de Stationsweg 32 in Sliedrecht naar het concentratiekamp van Birkenau, waar Van Gelderen na aankomst als enige in leven werd gehouden voor het verrichten van dwangarbeid. Zijn overlijden werd vastgesteld op 30 september 1942.

Levie en Leendert Droomer

Levie Droomer werd donateur in mei 1935, wonend aan de Aert van Nesstraat 34A. Hij was groentekoopman. Zijn zoon Leendert werd in 1938 lid bij Feyenoord. Het gezin woonde in de oorlog aan Anna Paulownastraat 54A, vanwaar ze werden gedeporteerd. Vader, moeder en zoon Droomer werden op 30 september 1942 vermoord. De naam van Leendert staat op het KNVB-monument.

Herman de Vries

Donateur Herman de Vries woonde op de Vierambachtstraat 37A en was slager van beroep. Zijn zus was getrouwd met Salomon Velleman, ook Feyenoorder. Op 30 september 1942 werd hij vermoord in Auschwitz. Zijn beide zussen stierven in Sobibor. Zijn naam staat op het KNVB-monument.

Eliazer Krammer

Over Eliazer Krammer is zeer weinig bekend. Hij was in 1862 geboren in Leeuwarden en overleed in 1942 in Apeldoorn is overleden, tachtig jaar oud. Er was nog wel een mevrouw J. Krammer, die zich in januari 1936 donateur werd, wonend op de Burgemeester Meineszstraat 3. Het is onbekend of er onderlinge familiebanden bestonden.

Joseph de Haaff

Joseph de Haaff was donateur en woonde op de 1e Pijnackerstraat 80. In augustus 1936 deed hij namens een groep donateurs een oproep in De Feijenoorder om met de auto uitwedstrijden van Feyenoord te bezoeken. ‘Het plan is aanbevelenswaardig en wij hopen, dat men er in slagen zal tot het gewenste doel te geraken.’

Op 15 oktober 1942 werd hij vermoord in Monowitz, samen met zijn vrouw Schlowe de Haaff – Jacobsohn. Hun dochter Bertha Goudsmit – de Haaff werd op 27 augustus 1943 in Auschwitz vergast.

Samson van Hesse

In maart 1937 werd Samson van Hesse clubdonateur, wonend op de Allard Piersonstraat 28b. Van beroep was hij grossier. Op 23 oktober 1942 werd hij vergast in Auschwitz, samen met zijn vrouw Hendrika David. Ook de zoon van Van Hesse vond de dood, samen met zijn jonge gezin.

Salomon Eliazar Cohen

In de lijst van vermoorde Joodse Feyenoorders lijken twee namen erg op elkaar: Salomon Eliazar Cohen en Salomon Cohen. Beiden werden vergast in Auschwitz – Salomon Eliazar Cohen op 23 november 1942 en Salomon Cohen op 15 december 1943.  Het is ruim tachtig jaar later erg moeilijk om via de beschikbare bronnen te herleiden met welke Cohen we te maken hebben.

In november 1932 meldde het clubblad dat S. Cohen 28 donateur was geworden, wonend op de Hillevliet. In 1934 kwam dezelfde melding van nog een S. Cohen. En dan was er in april 1933 nog de komst van donateur E. Cohen, wonend op de Willemskade 18. In april 1936 volgde J. Cohen van de Boezemsingel 67. Of deze mensen familiebanden hadden, en of ze überhaupt Joods waren, is via deze bron niet te herleiden.

Salomon Eliazar Cohen was inkoper en in 1889 in Rotterdam was geboren. In de oorlogsjaren werd hij afgevoerd vanuit zijn toenmalige onderkomen in Den Haag. Hij werd samen met zijn echtgenote Petronella Cohen – Leuvenberg vermoord. Ook zijn ouders en broer kwamen om, maar zijn beide kinderen overleefden.

Op 15 december 1943 werd kleinhandelaar Salomon Cohen vermoord, 64 jaar oud. Hij was geboren in Leeuwarden en werd vanuit Groningen afgevoerd, waarmee het onduidelijk is wanneer hij precies in Rotterdam woonde. De officiële melding van zijn dood is van 24 november 1950.

Bernard Maarssen

Bernard Maarssen was één van de vier zonen van de Rotterdamse deurwaarder Jacques Maarssen en Anna Henriette Maarssen – Polak. Zijn exacte relatie met Feyenoord is niet te herleiden via het clubblad. Het gezin Maarssen woonde op de Bergweg 304A. Een poging voor een ontsnapping van de vier jongens naar Zwitserland mislukte, waarna ze in Auschwitz werden vermoord. Bernard stierf op 30 november 1942, achttien jaar oud. De ouders overleefden de oorlog.

De familie van der Horst

Op 23 april 1943 werd een complete Feyenoord-familie vermoord in Sobibor. De drie zoons Machiel (1917), David (1920) en Salomon (1923) speelden sinds de jaren dertig bij Feyenoord. Vader Arend, kapper van beroep, was donateur. Ook moeder Judic van der Horst – Brandon kwam die dag om het leven. Het gezin woonde aan de Van Oldenbarneveldtstraat 113 in Rotterdam.

Marinus Leonard van Biene

In december 1936 werd Marinus Leonard van Biene donateur van Feyenoord, wonend op de Allard Piersonstraat 55c. Samen met zijn vrouw Alida van Biene – Fles werd hij op 2 juli 1943 vermoord.

Gustav Philip Lion

Van november 1936 tot mei 1939 was Gustav Philip Lion clublid, wonend op de Hondiusstraat 14B. Hij was vertegenwoordiger. Op 9 juli 1943 werd hij vermoord in Sobibor, samen met zijn moeder Rebekka Lion – Hartogsohn. Zijn vader Willem Frederik Lion was enkele maanden eerder al omgekomen in dit concentratiekamp. Broer Erich stierf op 30 september 1942 in Birkenau.

De inboedellijst van dit gezin is bewaard gebleven met daarop alle meubels en andere huisraad die achterbleef. Dit materiaal ging naar Duitsland als roofbuit, zorgvuldig geadministreerd. ‘Keuken. Balatum vloerbedekking. Voetmat. Gasstel. Tafel. Wandkoffiemolen.’

Samuel Beerenborg

Samuel Beerenborg werd donateur in mei 1933, woonachtig op de Hoogstraat 228. In mei 1936 werd hij opnieuw genoemd, met Goudsesingel 198 als huisadres. Hij was grossier. In 1942 werd hij vanuit de Walenburgerweg 14B afgevoerd met zijn vrouw Elizabeth Beerenborg – Boekbinder en zoon Meijer Beerenborg. Op 27 augustus 1943 werden hij en zijn vrouw vermoord in Auschwitz. Zijn zoon was daar al op 30 september 1942 vergast. Geen van de broers en zussen van Samuel Beerenberg, acht in totaal, hebben de oorlog overleefd.

Salomon Velleman

In december 1932 werd Salomon (Sal) Velleman lid van Feyenoord, wonend op de Oude Binnenweg 15J. Hij was leraar. Op 1 mei 1940 trouwde hij met Elisabeth de Vries, dertien dagen voor het bombardement op hun stad. Het stel verhuisde naar de Burgemeester Meineszlaan. Ze kregen twee zoontjes, waarvan de eerste, Jack, na acht maanden overleed. Alexander werd in 1942 geboren.

Via Westerbork werd het gezin afgevoerd naar Sobibor, waar Elisabeth en Alexander op 14 mei 1943 bij aankomst werden vermoord. Salomon werd uit de groep gehaald voor dwangarbeid in het turfstekerskamp Dorohucza. Daar vond hij op 30 november 1943 de dood. Zijn naam staat op het KNVB-monument.