Al voor de Tweede Wereldoorlog speelt er een aantal Joodse voetballers bij sv Enter. Gerrit Alink schreef erover in het jubileumboek van de club.
Door Gerrit Alink
Lid worden van de katholieke club gaat niet zonder slag of stoot en er moet eerst formeel toestemming worden gevraagd aan het Bisdom Utrecht of een niet katholiek speler lid mag worden van de club. De goedkeuring komt er eigenlijk altijd en dat betekent, dat er voor de oorlog vier Joodse spelers actief zijn bij sv Enter.
De meest bekende en waarschijnlijk beste speler is Izak Samuel. In de volksmond wordt hij vaak Ies genoemd in Enter en zijn bijnaam is De Marre. Izak, geboren op 26 augustus 1909, woont aan de Dorpsstraat 146 en zijn ouders hebben er een kippenslachterij. In 1929 wordt hij eerst nog lid van GFC, waar ook zijn zwager Ies Rosendaal speelt. Een aantal jaren later gaat hij toch spelen voor sv Enter en komt in het eerste elftal. In 1939 trouwt hij met de Goorse Lena Rosendaal en ze gaan wonen aan de Dorpsstraat 134, het zogenaamde “Jödenhoes”.
Kort nadat de oorlog op 10 mei 1940 begint, stopt Izak met voetbal. Dit is een verordening van de Duitse bezetter. Tijdens de oorlog duikt hij onder met een groep Joden aan de Huttemansweg, maar op 10 mei 1943 worden ze ontdekt. Alle onderduikers worden afgevoerd naar Westerbork en op 18 mei gaan ze op transport naar Sobibor. Drie dagen later op 21 mei 1943 wordt Izak in de gaskamer van Sobibor om het leven gebracht.
Achterste rij vlnr: Bernard Philippi, Ies Samuël, Herman Lammertink, Theo Van Dijk, Herman Westerink, Gerre. ten Berge, Johan van Bloem en Hendrik Krake. Voorste rij: Gerrit Kamphuis, Ies Samuël jr., Emiel Samuël, Jan Kamphuis en Gerrit Roetgering.
Alle onderduikers omgekomen in Sobibor
Emiel Samuel (van De Marre) is een broer van Izak en is geboren op 21 juli 1920. In 1936 gaat hij een bakkersopleiding volgen in Utrecht, maar een jaar later gaat hij toch weer wonen aan de Dorpsstraat.
Ook hij wordt lid van sv Enter en blijft daar spelen tot aan het begin van de oorlog. Emiel duikt aanvankelijk onder in de buurt van Ommen. Als hij hoort dat zijn familie is verraden bij de onderduik en is opgepakt, besluit hij naar Enter te gaan en zichzelf aan te geven. Emiel gaat vervolgens naar Westerbork en een aantal dagen later op transport naar Sobibor. Daar komt hij om in de gaskamer op 28 mei 1943.
Izak Samuel (van De June) is een neef van De Marre en geboren op 7 maart 1919. Hij woont lange tijd aan de Dorpsstraat 126. Hij voetbalt een korte periode bij GFC en eind jaren ’30 bij sv Enter.
Izak duikt niet onder, maar wordt in oktober 1942 samen met Ies Rosendaal uit Goor opgepakt op het station van Deventer. Op 28 oktober worden beiden geregistreerd in Westerbork. Niet lang daarna gaan ze op transport naar Auschwitz, maar worden in de Poolse stad Cosel uit de trein gehaald en aan het werk gesteld. Zijn overlijden is uiteindelijk vastgesteld op 31 maart 1944 in Midden-Europa.
Emanuel van Hoorn (Mannie van de Bette) blijft in de beginjaren van de oorlog nog lid van sv Enter. In het seizoen 1941-1942 staat zijn naam nog steeds bij de spelersopgaaf van de NVB, ondanks het feit dat de Duitse bezetter dit verbiedt. Mannie keept zowel in het eerste als tweede elftal van sv Enter, maar speelt ook nog een korte periode als back.
sv Enter 2, Achterste rij vlnr: Jan. Slagers, Gerre Essink, Jan Kerkhof, Freek Pots, Jan ten Berge, Bernard Wolters, Gerre Grouwe en Albert Braamhaar. Voorste rij: Gerrit Rutenfrans, Hendrik Ekkerink, Jan Pots, Mannie van Hoorn en Marinus Roetgering.
Mannie van Hoorn overleeft de oorlog.
In 1960 staat er een kort interview in De Sportkroniek (door Jan Korthaar). Mannie woont dan met zijn vrouw Els aan de Populierenlaan. Mannie: “We wonnen een keer de derby tegen Twenthe en er was ons een vat bier beloofd bij een overwinning. ’s Maandagsavonds moest dat vat worden leeg gemaakt. Ik ben echter geheelonthouder en wilde liever limonade. De kelner bij Roetgering was echter onvermurwbaar, ik moest een glas bier drinken. Dat is me slecht bekomen, ik waggelde tegen twaalf uur naar huis. Ik heb nooit weer een glas bier gedronken”.
Mannie blijft betrokken bij sv Enter en ruim tien jaar is hij consul bij de club. Daarnaast heeft hij nog een andere grote liefhebberij, de duivensport. Op 9 november 1979 overlijdt Mannie onverwachts. Hij is 61 jaar geworden.