Op 11 maart is de opening van het Nationaal Holocaustmuseum in Amsterdam. Het voetbal is een goede manier om te praten over dit onderwerp, want door heel het land werden er minstens 600 Joodse voetballers vermoord.  

De Tweede Wereldoorlog is veel te groot voor mijn hoofd. Wat er is gebeurd, is gewoon niet te bevatten. Dat probeer ik dan ook niet en daarom zoek ik naar een andere manier om te onderzoeken en te herdenken. Dat vind ik belangrijk, omdat ik geen veertje wil zijn in de wervelwind van de geschiedenis.

Zelfs de Tweede Wereldoorlog kan tastbaar worden gemaakt, ervaar ik tijdens mijn onderzoek naar de oorlogsslachtoffers in het voetbal. Op het terrein van de KNVB staat een monument met de namen van 2212 omgekomen voetballers uit heel Nederland, ook uit uw regio. Het werd in 1949 onthuld. In de loop der jaren verdween dit steeds verder uit beeld, maar inmiddels is dit weer in ere hersteld. Het hangt nu op de campus.

De meeste mensen weten alleen niet van het bestaan hiervan en daarom heb is deze website gebouwd met een zoeksysteem voor die duizenden slachtoffers. Die verhalen kunnen bij de plaatselijke herdenkingen worden gebruikt, want het is heel belangrijk dat de namen van deze slachtoffers zoveel mogelijk worden genoemd.

Bij de Nationale Sportherdenking van 2022 bij het Olympisch Stadion legden bondscoach Louis en Gaal en stadiondirecteur gezamenlijk een krans. Foto’s via het Comité Nationale Sportherdenking

De grootste cultuur

Onderzoek naar voetbal in de Tweede Wereldoorlog is belangrijk, omdat er niets groters is dan deze sport. Een Nederlander woont gemiddeld 1,6 kilometer van een voetbalveld. Er is geen enkele andere sport, die zich zo fijnmazig over ons land heeft verspreid.

Er zijn méér voetbalclubs dan musea. Er zijn méér voetbalvelden dan kerken. Daarmee zeg ik niet dat voetbal belangrijker is dan een museum of een kerk, want daar denkt iedereen anders over. Deze gegevens tonen wel aan dat we voetbal moeten zien als een cultuur, waarbij grote groepen mensen zich met elkaar verbonden voelen via gedeelde rituelen, spelregels en gebruiken. Taal is niet eens belangrijk, want je hoeft geen Chinees te spreken om toch een voetbalwedstrijd in een Chinees stadion te volgen.

Op die manier is voetbal de grootste cultuur van ons land. En dat was in de Tweede Wereldoorlog ook al zo. Sinds 2005 is er daarom bij het Olympisch Stadion de Nationale Sportherdenking met elk jaar een ander thema. In 2022 spraken we over de omgekomen voetballers, waarbij bondscoach Louis van Gaal aanwezig was als spreker en kranslegger.

Het Joodse Feyenoord

Mensen zijn natuurlijk nooit alleen maar een voetballer, maar ook broer, leraar of nieuwslezer van het Journaal. De verhalen van omgekomen voetballers gaan ook over de Holocaust, gesneuvelde soldaten, zeemannen, het verzet, de Kindertransporten van Vught of Nederlands-Indië. Dat levert soms heel verrassende vondsten op of compleet nieuwe inzichten.

Zo weten we nu dat Feyenoord veel meer Joodse leden en donateurs had dan Ajax. Dat Ajax géén Joodse club is, kunnen we op een heel cynische manier herleiden via de gegevens op het Voetbalmonument, want van Joodse voetbalclubs werd minimaal 75% van de leden vermoord. Verenigingen met honderden leden in 1939 konden zes jaar later niet eens meer een compleet elftal samenstellen. Zoveel leden hadden ze niet meer. Als Ajax een Joodse voetbalclub was geweest, had het ook honderden leden verloren, wat – gelukkig – niet is gebeurd.

Generaties in gesprek

Lokale herdenkingscomités kunnen die voetbalverhalen heel goed gebruiken, omdat we van veel slachtoffers precies weten waar ze hebben gewoond en wat ze hebben gedaan. In de regio Venlo bijvoorbeeld zijn tientallen voetballers gedood in de laatste maanden van de oorlog. Van de slachtoffers van de Amsterdamse Joodse clubs WV en HEDW hebben we hun laatste woonadres, hieronder bijeengebracht in een kaart.

Via het voetbal kunnen we jonge sporters aanspreken over de oorlogsslachtoffers, die bij dezelfde clubs hebben gespeeld, vaak zelfs van dezelfde leeftijd. Eén keer per jaar voeren we dan het gesprek over de vanzelfsprekendheid van sport. Dat was tachtig jaar geleden compleet anders met het gevaar van verraad, razzia’s op voetbalvelden of bombardementen. Die jonge voetballers uit de oorlog zijn dan niet meer de opa’s die de kinderen van nu nooit hebben gehad, maar leeftijdgenoten.

Via de sport raken generaties zo met elkaar in gesprek, over de tijd heen en met elkaar verbonden via de voetbalcultuur. We nemen die vergeten verhalen weer op in ons leven.

Een elftal ideeën

Overal is het mogelijk om voetbalverhalen op te nemen in de herdenkingen. Daarvoor heb ik een elftal aan tips gemaakt.

  1. Zoek de namen op het Voetbalmonument

Veel voetbalclubs hebben belangstelling voor hun oorlogsverleden, maar het is niet zo makkelijk om hier zelf onderzoek naar te doen. Het is mooi als dit gebeurt, maar het is niet vanzelfsprekend. De meeste clubs hebben het momenteel al moeilijk genoeg vanwege de hoge energieprijzen en andere problemen. Daarbij zijn die clubs géén historische verenigingen.

Op Voetbalmonument hebben wij dat archiefonderzoek al gedaan, zodat je daar kunt zoeken op plaatsnaam, clubnaam, achternaam of provincie. We werken alleen zonder enige financiering, waardoor het soms wat behelpen is met dit zoeksysteem. Neem anders direct contact met ons op voor eventuele vragen, opmerkingen of een financiële bijdrage.

Voorbeelden:

  • De namen van de omgekomen voetballers in de gemeente Rheden
  • De namen van de omgekomen voetballers in de provincie Zeeland
Gesprek over de Surinaamse verzetshelden Anton de Kom en Albert Wittenberg die ook voetballer zijn geweest
  1. Samenwerking met clubs

Me behulp van het Voetbalmonument zijn er in de afgelopen jaren clubmonumenten onthuld of aangevuld. Dit is iets waarbij de plaatselijke herdenkingscomités en de voetballers elkaar kunnen helpen.

Voorbeelden:

  • Burgemeester Bruls onthulde in Nijmegen het clubmonument van Quick 1888
  • In Zwolle hangt een namenlijst bij de hoofdingang van het stadion van PEC Zwolle
  • In Amsterdam, Haarlem en het Gelders Brummen wordt momenteel onderzocht of de monumenten worden aangepast.
  1. Samenwerking met het onderwijs

Geschiedenisleraren kunnen op creatieve manier het plaatselijke voetbal in oorlogstijd naar de schoolklas brengen. Scholieren krijgen dan de opdracht om bij hun eigen club uit te zoeken wat er in die tijd is gebeurd, of bij hun favoriete club. Ze praten hierover met mensen die daar meer van weten. Het abstracte verhaal over de Tweede Wereldoorlog wordt tastbaar, omdat het over iets belangrijks uit hun eigen leven gaat: voetbal.

Voorbeelden:

  • In Winschoten maakten scholieren het boek De jeudse jongens van WVV.
  • In Veghel schrijven scholieren werkstukken over hun eigen voetbalclub.

De Joodse oorlogsslachtoffers kwamen uit heel Nederland en waren vaak lid van gemengde clubs
  1. Samenwerking met jongeren

Bij de vorige tips speelden jongeren al een belangrijke rol. Dat is cruciaal voor de toekomst van de herdenkingen van de Tweede Wereldoorlog, want daarvoor zijn zij later tenslotte verantwoordelijk. Het is daarom noodzakelijk om hierover een open gesprek te voeren, zonder eenzijdig op te leggen hoe een herdenking eruit moet zien. Ook jongeren vinden dit belangrijk, maar doen dat wel met hun eigen ideeën.

Een goede plek om hierover te praten is op het hoofdveld van de belangrijkste voetbalclub uit de omgeving. Hoe indrukwekkend zou het zijn als de generaties op de middenstip van het PSV-stadion of het Abe Lenstra Stadion met elkaar in gesprek gaan over de Tweede Wereldoorlog? En dat de jongeren na afloop nog een half uur zelf mogen voetballen op het veld van hun helden? Dat vergeten ze hun hele leven niet meer, net als dat gesprek over de oorlog.

Voorbeeld:

  • PSV onderzocht hoe clublid Johan Brusselers sneuvelde in mei 1940

De namenlijst van omgekomen leden van PSV
  1. #Voetbalmonument

Verwerk één of meerdere verhalen uit het voetbal uit de eigen regio in de plaatselijke herdenkingen. Vraag aan de voetbalclubs of ze op 4 mei de namen van hun eigen oorlogsslachtoffers willen noemen op de sociale media met als hashtag #Voetbalmonument. Die namen kunnen ze tenslotte nu makkelijk vinden. Zo bouwen we op 4 mei een digitaal monument voor de omgekomen voetballers.

Voorbeelden:

  • Voetbalclub MSC uit Meppel deed grondig onderzoek
  • In 2021 noemde AFC Amsterdam de namen van de omgekomen leden
  1. Bevrijdingsfestival

Verwerk voetbalverhalen op de festivals op 5 mei. Wellicht is het mogelijk om een speciale wedstrijd te spelen op die dag met de namen van omgekomen voetballers op de rug. Ook kunnen er Vrijheidsmaaltijden op voetbalvelden worden gehouden, in samenwerking met clubs.

Voorbeelden:

  • FC Twente speelde in 2020 een wedstrijd met de namen van gesneuvelde militairen tijdens de bevrijding van Enschede. Zoiets kan natuurlijk ook met de namen van de lokale slachtoffers uit het voetbal.
  • Bij het Bevrijdingsfestival van 2022 in het Olympisch Stadion stonden de vijf kransen van de Nationale Sportherdenking op een duidelijk zichtbare plek voor de tienduizenden bezoekers.
  1. Maak een theaterproductie

Tussen maart en mei 2022 reisden jonge musici van het Nachtlicht Ensemble door het land met het concert Het Oorlogselftal. In verschillende composities werden de verhalen verteld van elf voetballers in oorlogstijd, gebaseerd op het onderzoek naar het Voetbalmonument. Historisch onderzoek leidde tot een culturele productie van een groep jongeren, die zo zelf zochten naar nieuwe manieren om de herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog te bewaren en door te geven.

Zoiets is ook mogelijk in de eigen regio, bijvoorbeeld door samen met jongeren een theaterproductie te maken over voetbal in oorlogstijd.

Voorbeelden:

  • De website van Het Oorlogselftal
  • In 2014 was er in Amsterdam een eenmalige uitvoering van FC Bleekneusjes, waarbij de jonge acteurs vooraf in gesprek gingen met mensen, die in de oorlogsjaren hadden gesport. Hiervan maakten zij hun eigen voorstelling
  • Theatergroep De Jonge Honden uit Zwolle maakte de voorstelling ‘Wie sport, zondigt niet’
  • Jeugdtheater Het Laagland in Sittard maakte in 2021 de voorstelling ‘Het Vergeten Gras’ over een granaataanval op een voetbalwedstrijd in 1944, waarbij elf doden vielen
  1. Werk samen met media en archieven

Tijdens het onderzoek naar het Voetbalmonument is er veel samenwerking met regionale media en archiefinstellingen. Hierdoor is veel nieuwe informatie gevonden over voetbal in de Tweede Wereldoorlog. Bij de archieven is tenslotte veel te vinden, ook foto’s. En via de media is er een groot bereik, die weer zorgt voor reacties van mensen, die nog veel meer weten.

Voorbeelden:

  • In oktober 2020 was er veel aandacht bij RTV Drenthe voor voetbal in de oorlog, in samenwerking met het Drents Archief. Hierdoor is veel nieuwe informatie gevonden in deze provincie
  • HBS uit Den Haag ontdekte samen met Omroep West ledenlijsten uit de oorlog, waarop zichtbaar is hoe de Joodse leden werden afgevoerd
  1. Adopteer een oorlogsgraf van een voetballer

Eén van de projecten van Stichting Oorlogsgraven is de adoptie van een oorlogsgraf, om zo leerlingen te betrekken bij de lokale oorlogsgeschiedenis. Via het Voetbalmonument zijn er inmiddels veel oorlogsgraven gevonden van omgekomen voetballers. Zo hopen we dat jonge voetballers de verantwoordelijkheid nemen over de nalatenschap van de Tweede Wereldoorlog.

Er zijn vooralsnog geen voorbeelden bekend dat dit al gebeurt.

  1. Leg Stolpersteine voor voetballers

Via het Voetbalmonument is het ook mogelijk om te herleiden op welk adres de slachtoffers van de Holocaust hebben gewoond voordat ze werden gedeporteerd. Bij deze huizen kunnen Stolpersteine worden gelegd, waarbij dan verteld kan worden over dit voetbalverleden.

Zo worden hun namen weer genoemd en zelfs teruggebracht in het straatbeeld. En dat is heel belangrijk, want over veel van deze mensen weten we eigenlijk niets meer. Ze zijn niet alleen vermoord door de nazi’s, maar compleet uit de geschiedenis gehaald. Alleen al door het noemen van hun namen plaatsen we ze terug in de geschiedenis.

Voorbeelden:

  • In mijn eigen geboortedorp Dieren werden in 2002 Stolpersteine gelegd voor onder meer Felix Bachrach, die op het KNVB-monument wordt genoemd. Hij voetbalde bij Theothorne. Tijdens een vlucht werd hij opgepakt en daarna vermoord. Tijdens de onthulling sprak ik over hem
  • In 2009 werden Stolpersteine gelegd in Amsterdam bij het laatste woonadres van de legendarische sportjournalist Han Hollander en zijn vrouw Leentje. De AVRO sprak tijdens de onthulling voor de eerste keer over de moeizame geschiedenis van haar omroep met dit slachtoffer van de Holocaust

Tijdens de Sportherdenking toonde ik de plaquette van Han Hollander, die in het Olympisch Stadion wordt bewaard
  1. Noem de namen

Op nationaal niveau verzamelen we al de namen van de omgekomen voetballers, die worden gedeeld met Oorlogsbronnen.

Ook van andere sporters als schakers, hockeyers en korfballers worden deze gegevens onderzocht. Het Nationaal Comité Sportherdenking wil die kennis bundelen voor verder onderzoek en als instrument voor lokale comités voor de eigen herdenkingen.

Op plaatselijk niveau hopen we dat die informatie ook wordt gebundeld, wellicht via de bibliotheek of het museum in de buurt. Zoals gezegd is het verzamelen van die namen ontzettend belangrijk, omdat er al zoveel zijn vergeten. We brengen deze slachtoffers niet meer tot leven, maar we kunnen hun wél herdenken. Plaats die namen daarom terug in de geschiedenis. En natuurlijk niet alleen in het voetbal of de sport, maar in alle sectoren.

Zo nemen we de geschiedenis in eigen hand en maken we de Tweede Wereldoorlog tastbaar. Die oorlog is nog steeds te groot voor ons hoofd, maar we zijn dan in ieder geval geen veertjes meer in de wervelwind van de geschiedenis.

Evgeniy Levchenko en Klaas-Jan Huntelaar bij de Nationale Sportherdenking